kies uit: apen - beker - bomen - buren - dame - deken - grote - dure - kamers - ezel

Eiken, beuken en dennen zijn allemaal .
In dat hotel zijn vierendertig .
Die kinderen dragen hele kleding.
Omdat Pieter zijn tafels zo goed kende, won hij de .
Op het bed ligt een laken, een kussen en een .
Ken jij het verschil tussen een paard en een ?
Bij het schaakspel hoort een pion, een toren, een paard, een loper, een en een koning
Naast jou wonen je .
In het eerste kleuterklasje zitten de kleine kinderen, in het zesde leerjaar zitten de jongens en meisjes.
In de dierentuin vinden de mensen het fijn om te kijken naar de .