Fluiten
Er was eens een kind dat niet kon fluiten.
Hij floot alleen wind: ffft
hoe hij zijn lippen ook spitste en tuitte.
Toen nam hij een fluit,
maar... weer geen geluid!
Die zat klem in het gat
waar hij vroeger een voortand had gehad.
En daarom zit hij aldoor buiten.
Hij laat de vogels voor hem fluiten.
uit "Fluiten" - Geschreven door Miep Diekmann