Huiswerk 2 maart - naam: _______________________ nummer: _____
Tweede
leerjaar
4 x 9 = 9 x 8 = 63 : 9 =
7 x 7 = 6 x 7 = 36 : 4 =
6 x 8 = 6 x 3 = 27 : 9 =
64 : 8 =
8 x 7 = 6 x 6 = 45 : 5 =
32 : 4 =
5 x 6 = 9 x 6 = 24 : 3
= 24 : 3 =
Verdubbel!
Miet heeft één rok. Lisa heeft zeven ___________________
Leo heeft één tak. Sander heeft twee ___________________
Aan de fiets van Frans zit één bel. Aan de fiets van Sammy zitten twee
_____________
Ik bid voor de klas. Gelukkig _______________ de andere kinderen ook.
Papa geeft mij ’s avonds een kus. In het bed ligt een ___________________
Ik leg mijn schrift op de tafel. Kippen ________________ eieren.
zijn dit nu rokken?