Huiswerk 1 maart - naam: _______________________ nummer: _____
Tweede leerjaar
3 x 9 = 8 x 8 = 72 : 9 =
6 x 7 = 9 x 7 = 32 : 4 =
5 x 8 =
5 x 3 =
36 : 9 =
56 : 8 =
7 x 7 = 5 x 6 = 25 : 5 =
20 : 4 =
4 x 6 = 8 x 6 = 30 : 3
= 12 : 3 =
Verdubbel!
An heeft één pop. Lien heeft zeven ___________________
Piet heeft één stok. Jan heeft twee ___________________
Aan de fiets van Fons zit één rem. Aan de fiets van Lies zitten twee __________
De school Den Akker heeft niet één bus, maar veel ___________________
Ik trek aan het touw. Jullie ______________ allemaal mee.
Het getal achttien staat ____________________ zeventien en negentien.
In dat aquarium zwemmen twaalf ________________________
touwtrekken - trekken schrijf je met kk