Huistaak 19 oktober 2009 – Tweede leerjaar. Naam: _________________________ Nr._____
Deze oefeningen moet je nu kunnen.
10 – 2 – 5 = |
20 is het dubbel van |
5 x 2 = |
….. = 4 + 6
|
18 – 4 – 2 = |
10 is het dubbel van |
3 x 2 = |
….. = 10 – 1
|
19 – 1 – 2 = |
2 is het dubbel van |
9 x 2 = |
….. = 7 + 7
|
17 – 7 – 2 = |
14 is het dubbel van |
10 x 2 = |
….. = 20 – 18
|
14 – 4 – 10 = |
12 is het dubbel van |
7 x 2 = |
….. = 11 + 3
|
16 – 2 – 3 = |
8 is het dubbel van |
8 x 2 = |
….. = 16 – 5
|
Kleur wat er niet bij hoort
1. Bij appel: kroontje, steeltje, uurwerk, pitten, vruchtvlees
2. Bij boom: kruin, stam, wortel, bladeren, vruchten, net
3. Bij herfst: paddenstoelen, bananen, kastanjes, eikels, noten
4. Bij appelcake: boter, wijn, appels, eieren, meel, suiker
5. Bij werken in de keuken: roeren, snijden, bakken, planten, koken, rollen
Bij keukengerief: lepel, garde, mixer, krijt, bord, oven
Die mooie vliegenzwammen, horen ze bij de winter, bij de zomer, bij de lente of bij de herfst?