terug

 

 

Huistaak 8 oktober 2009 – Tweede leerjaar. Naam: _________________________ Nr._____

 

Deze oefeningen moet je nu kunnen.

 

 

 

6 + 9 = (6 + 4) + … =

 

5 x 2 =

 

15 = 10 +

 

20 - 2 =

 

 

12 -  7 = (12 – 2) –  …  =

 

10 : 2 =

 

18 = 10 +

 

20 - 12 =

 

 

9 + 9 = (9 + …) + … =

 

8 x 2 =

 

11 = 10 +

 

20 - 4 =

 

 

15 -  6 = (15 – …) –  …  =

 

16 : 2 =

 

12 = 2 +

 

20 - 14 =

 

 

4 + 8 = (4 + …) + … =

 

7 x 2 =

 

18 = 8 +

 

20 - 8 =

 

 

13 -  9 = (13 – …) –  …  =

 

14 : 2 =

 

14 = 4 +

 

20 - 18 =

 


 

Kleur wat er niet bij hoort

 

1.     zwijg – zweet – flauw – zwart – zwak - zwel

 

2.     laat – kort – hoed –staat – haast – juist

 

3.     kers – film – zalm – kalm – schelm – galm

 

4.     juist – muis – kuit – duister – tuur – vuist

 

5.     september – maart – zaterdag – oktober – juni – augustus

 

 

 

 

 

Vind je bij deze soldaat iets wat er niet thuis hoort?
Ik denk het niet.
Maar stel je voor dat de soldaat zijn gitaar had meegenomen.
Dan mocht je die alvast beginnen kleuren!

 

terug