Huistaak 6 oktober 2009 – Tweede leerjaar. Naam: _________________________ Nr._____
Deze oefeningen moet je nu kunnen.
13 – 8 = (13 – 3) – 5 = |
2 : 2 = |
9 = 2 + |
20 - 10 =
|
17 – 9 = (17 – 7) – 2 = |
8 : 2 = |
4 = 1 + |
18 - 10 =
|
11 – 5 = |
10 : 2 = |
10 = 4 + |
17 - 10 =
|
14 – 6 = |
16 : 2 = |
8 = 6 + |
14 - 10 =
|
12 – 9 = |
12 : 2 = |
7 = 5 + |
16 - 10 =
|
18 – 9 = |
18 : 2 = |
10 = 3 + |
22 - 10 =
|
Kleur wat er niet bij hoort
Bij knutselen: papier – lijm – piano – schaar – verf – stokje
Bij muziek: liedje – klappen – zingen – noten – kastanjes – accordeon
Bij zwemmen: badmeester – badhanddoek – duiken – boksen – douche
Bij bus: zetel – chauffeur – gordel – vriendjes – WC – rustig zijn
Hierboven zie je een fagot.
Dat is een muziekinstrument. Het hoort dus bij "muziek".
En het hoort niet bij "zwemmen".